Beleggingshypotheek

De kenmerken
  • Geen verplichte aflossing
  • Aflossing niet binnen het verzekeringsproduct
  • Eenmalig of periodiek beleggen in effecten
  • Losse overlijdensrisicoverzekering meestal verplicht
  • 30 jaar maximaal fiscaal voordeel
  • (Mogelijke) vermogensrendementsheffing in box III
  • Kapitaalvrijstelling in box I wordt niet benut
  • Invloed op rendement door kopen en/of verkopen van effecten

Geen verzekering
Het fundamentele verschil tussen beleggingshypotheken en de spaar- en levenhypotheken is dat het vermogen (voor aflossing van de hypotheek) niet wordt opgebouwd in een verzekering. Er wordt dan ook geen premie aan een verzekeraar betaald. De hypotheeklasten bestaan naast de hypotheekrente uit een bedrag dat wordt belegd. Dat kan een periodieke en/of eenmalige inleg zijn in een fonds naar keuze (soms worden hieraan beperkingen gesteld door de bank). Het te investeren bedrag kan al dan niet in het hypotheekbedrag worden opgenomen.

Box III
Het vermogen dat u met een beleggingshypotheek opbouwt, wordt belast in box III. U betaalt dan 1,2% over het gemiddeld uitstaand vermogen per jaar (belastingtarief van 30% x fictief rendement van 4% = 1,2%). In box III geldt een vrijstelling van € 19.252,- per persoon (2004).

Beleggingsrisico
De beleggingshypotheek geeft u maximale vrijheid. Hierbij bent u zelf verantwoordelijk voor de vermogensopbouw. Om het rendement positief te beïnvloeden, kunt u actief met de beleggingen omgaan. U kunt ook een minder actieve beleggingsstrategie volgen. Maar… er is hoe dan ook geen zekerheid over het eindkapitaal. Bij beleggen geldt doorgaans dat hoge rendementen gepaard gaan met hogere risico's. U kunt ervoor kiezen om een beperkt aantal aandelen te kopen waar u vertrouwen in heeft. Het rendement moet immers wel hoog genoeg zijn. Valt het rendement tegen, dan bestaat de kans dat u uiteindelijk de hypotheekschuld niet volledig kunt betalen.

Koerswinst opnemen
Bij de beleggingshypotheek heeft u ook veel vrijheid ten aanzien van de inleg: deze kunt u gedurende de looptijd verlagen of verhogen. Verder kunnen aandelen worden verkocht, waarna er andere voor worden teruggekocht. Zo kunt u optimaal profiteren van verwachte koersontwikkelingen. Vaak is het mogelijk de koerswinsten tussentijds op te nemen voor andere doeleinden. De fiscus legt daarvoor in principe geen restricties op. Wel moeten de behaalde winsten dit toestaan.

Overlijdensrisicoverzekering
Soms kan het rendement tijdelijk achterblijven. Dat houdt een risico in voor de hypotheekverstrekker als u tussentijds mocht komen te overlijden. De meeste geldverstrekkers stellen daarom een overlijdensrisicoverzekering als voorwaarde.

Samenstelling van de effectenportefeuille
De koerswinsten, inclusief herbelegging van het dividend dat u gedurende de looptijd van uw hypotheek opbouwt, bepalen het rendement op uw investering. Het is dan ook van belang om juist die fondsen of effecten in uw portefeuille op te nemen, die een hoog rendement met minimaal risico combineren. Van Dam Financieeladviesgroep is op de hoogte van de rendementsontwikkeling van de verschillende fondsen en kan u op elk gewenst moment aanbevelingen doen over de samenstelling van uw portefeuille. Dit gebeurt volgens de richtlijnen van de Autoriteit Financiële Markten, die toezicht houdt op een correcte en juiste wijze van advisering van beleggen op de financiële markt.

Hypotheekvormen

- Aflossingsvrije hypotheek
- Beleggingshypotheek
- Hybride hypotheek
- Klassieke hypotheekvormen
- Leven- en spaarhypotheken
- Spaarhypotheek